Het basaalcelcarcinoom (BCC) is een een wat glazige grillige huidkleurige tumor. Er komt ook wel roodheid of verwijde bloedvaatjes in de tumor. Vaak begint het als een glad glazig bultje. Soms ontstaat in het basaalcelcarcinoom wat schilfering, maar dat is niet typisch. Vaak ontstaat er bij een wat langer bestaande basaalcelcarcinoom midden in de tumor spontaan een wondje, waarop een korstje kan komen. Het wondje kan tijdelijk wel genezen maar het gaat vaak opnieuw open. Het komt vooral voor op huidgebieden die vaak aan de zon zijn blootgesteld, zoals op de schedel en in het gelaat. Het wordt in oppervlakkige vorm ook vaak op de romp gezien en soms aan de onderbenen.
1. Wat is het?
Het basaalcelcarcinoom (of basocellulair carcinoom of basalioom) is de meest voorkomende vorm van huidkanker (ongeveer 85% van alle huidkankers). Deze vorm van huidkanker ontstaat uit de kiemcellen van de opperhuid.
Het precieze aantal gevallen wordt in Nederland niet geregistreerd. Naar schatting krijgen meer dan 25.000 mensen per jaar een basaalcelcarcinoom. Dit aantal neemt steeds toe. Het betreft voornamelijk oudere mensen (meer dan 95% komt voor bij mensen ouder dan 40 jaar). De gemiddelde leeftijd is 70 jaar. De laatste jaren heeft er echter een leeftijdsverschuiving plaatsgevonden. Bij 33% van de mensen werd een eerste BCC vastgesteld toen zij jonger waren dan 60 jaar.
Basaalcelcarcinomen zijn goed te behandelen. Om redenen die hieronder worden uitgelegd, blijft men vaak nog enkele jaren en soms levenslang onder dermatologische controle. Bij ongeveer 40% van de mensen met een BCC ontstaat er binnen 3 jaar een tweede BCC of zelfs meerdere nieuwe BCC's. Bij 85% van de gevallen bevindt de huidkanker zich in het hoofd-hals gebied. BCC komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.
2. Hoe ontstaat het?
Blootstelling aan zonlicht is de belangrijkste risicofactor voor het ontstaan van huidkanker.
Ultraviolette (UV) straling in het zonlicht veroorzaakt namelijk schade aan het erfelijk materiaal (DNA) in de celkernen van de opperhuid. Het kan soms gebeuren dat een DNA-beschadiging op een belangrijk punt in het erfelijke materiaal niet wordt gerepareerd. Daardoor ontstaat er een kwaadaardige cel, die ongecontroleerd begint te groeien. Als gevolg hiervan kan na verloop van tijd huidkanker ontstaan.
Men hoeft daarbij geen echte "zonaanbidder" te zijn geweest. Het gaat om: het aantal keren dat iemand een zonnebrand heeft opgelopen. Het aantal keren dat iemand een nog niet gewende huid van het ene moment op het andere volop aan UV heeft blootgesteld. Hoge blootstelling vóór het 15e levensjaar is ook een factor. In de zon zijn met een natte huid ook. Of de totale hoeveelheid UV die iemand in de loop van zijn leven opdoet. Vandaar dat een BCC meestal bij oudere mensen optreedt.
Het lijkt erop dat bij het basaalcelcarcinoom vooral veel kortdurende intensieve zonblootstellingen de oorzaak zijn, met name tijdens de kinderjaren. Het schadelijke effect van ultraviolette straling is groter bij mensen met een lichte huid en blauwe ogen.
Overigens zijn er waarschijnlijk nog andere factoren die basaalcelcarcinomen doen ontstaan. Basaalcelcarcinomen ontstaan ook op plaatsen die niet of nauwelijks in de zon zijn geweest, of ontstaan in een litteken na rontgenbestraling. Ook erfelijke factoren spelen een rol. Denk hierbij onder andere aan het huidtype.
- Erfelijkheid . BCC "runs in the family"
- Huidtype. Meestal blanke huidtypen
- Leeftijd. Vooral oudere mensen
- Afweersysteem. Mensen met een verlaagd afweersysteem (bijvoorbeeld HIV, orgaantransplantaties, bloedkanker) lopen een verhoogd risico op het verkrijgen van een BCC omdat hun afweer niet of verminderd in staat is om (zon) beschadigde opperhuidcellen te herkennen en te herstellen.
Er zijn verschillende verschijningsvormen van het basaalcelcarcinoom. Deze hebben met elkaar gemeen dat op de huid een langzaam groeiend rood, huidkleurig of bruin bultje ontstaat. Vroeg of laat gaat het gezwelletje in het midden open, waardoor een niet-genezend wondje ontstaat. Hier worden korstjes gevormd. Soms zijn er klachten van jeuk of pijn. Het bultje ziet er wat glazig en glanzend uit en toont soms kleine bloedvaatjes. Soms kan het gaan bloeden na een kleine beschadiging.
Een basaalcelcarcinoom ontstaat vooral in gebieden die veel aan zonlicht zijn blootgesteld, zoals in het gezicht of op de oren.
4. De diagnose
Een basaalcelcarcinoom wordt meestal met het blote oog door een dermatoloog herkend. Toch zal vaak onder plaatselijke verdoving een stukje weefsel worden weggenomen (een biopt) voor microscopisch onderzoek. Indien het gezwelletje nog erg klein is, kan worden besloten het meteen bij het stellen van de diagnose uit te snijden. Het weefsel wordt vervolgens opgestuurd naar het laboratorium om de diagnose alsnog te bevestigen en om te zien of het volledig verwijderd is. Onder de microscoop kan onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende subtypen van het basaalcelcarcinoom.
5. De behandeling
Leidraad bij de behandeling zijn twee uitgangspunten:
- het gezwel wordt volledig verwijderd, waardoor de kans op hernieuwde groei na verwijdering (een zogenoemd recidief) zo klein mogelijk is;
- het mooiste cosmetische eindresultaat wordt nagestreefd.
Er bestaan verschillende behandelingsmogelijkheden:
Chirurgie
In de meeste gevallen zal een basaalcelcarcinoom onder plaatselijke verdoving chirurgisch worden verwijderd (excisie). Hierbij wordt een randje gezonde huid meegenomen vanwege mogelijke groei buiten de zichtbare begrenzing. Gewoonlijk wordt bij een basaalcelcarcinoom een marge van enkele millimeters gezonde huid aangehouden. Bij grotere tumoren en/of tumoren met een ongunstig groeipatroon wordt een ruimere marge geadviseerd. Als het niet mogelijk is de wondranden direct te sluiten, zal gebruik worden gemaakt van een techniek waarbij de omgevende huid wordt losgemaakt en opgeschoven in de wond.
Radiotherapie
De bestraling bij huidkanker is veel oppervlakkiger dan de bestraling die gegeven wordt voor kanker van inwendige organen. De bestraling zelf is dan ook niet of nauwelijks belastend voor het lichaam. Radiotherapie is wel arbeidsintensief vanwege de vele keren dat bestraald moet worden. Radiotherapie is vooral geschikt bij tumoren in het gezicht en rond of op het oor. In het algemeen is radiotherapie niet de voorkeursbehandeling. Maar het is wel een goed alternatief voor een chirurgische behandeling.
Fotodynamische therapie.
Dit is een goede behandeling voor oppervlakkige vormen van basaalcelcarcinoom. Het levert cosmetisch gezien de beste resultaten op. Voor andere vormen is het minder effectief. Het betreft een therapie waarbij de tumor wordt voorbehandeld met een zalf die de kwaadaardige cellen extreem gevoelig maakt voor zichtbaar licht. Na inwerking van de zalf (gedurende enkele uren) wordt het basaalcelcarcinoom belicht met een speciale lichtbron. De behandeling kan enigszins pijnlijk zijn.
Cryochirurgie
Dit is een eenmalige poliklinische behandeling, waarbij het basaalcelcarcinoom met speciale apparatuur wordt bevroren met vloeibare stikstof. Soms wordt eerst de tumor weggeschraapt met een scherp instrument en daarna bevroren. De bevriezing vindt zo nodig plaats onder plaatselijke verdoving. Ten opzichte van chirurgische verwijdering is cryochirurgie een minder effectieve behandeling.
Curettage en coagulatie
Het basaalcelcarcinoom wordt onder plaatselijke verdoving weggeschraapt met een scherp instrument en vervolgens elektrisch weggebrand. Ook deze methode is minder effectief ten opzichte van chirurgische verwijdering.
Mohs' micrografische chirurgie
Dit is een techniek die slechts in een aantal centra in Nederland wordt uitgevoerd. Het wordt toegepast in het geval van een ongunstig type basaalcelcarcinoom, een ongunstige lokalisatie (vooral in het gezicht) of een recidief. Bij deze techniek haalt de opererende specialist laagsgewijs het gezwel weg. Van elk laagje wordt tijdens de operatie direct onder de microscoop bekeken of in het verwijderde stukje huid nog tumor aanwezig is. Dit wordt herhaald totdat het geen kankercellen meer bevat. Deze behandeling kan enkele uren in beslag nemen.
Imiquimod crème
Imiquimod stimuleert plaatselijk in de huid het afweersysteem, waardoor basaalcelcarcinomen worden opgeruimd. Deze crème moet vijf keer per week gedurende zes weken op het basaalcelcarcinoom worden aangebracht. Een nadeel is de huidirritatie die tijdens de behandeling kan optreden. Deze behandeling wordt alleen toegepast bij oppervlakkige basaalcelcarcinomen.
fluorouracil crème
Deze behandeling wordt eveneens alleen toegepast bij oppervlakkige basaalcelcarcinomen. Er is onvoldoende klinisch onderzoek verricht om van een bewezen werkzaamheid te kunnen spreken. Maar de ervaring van dermatologen is toch dat deze behandeling heel effectief en waardevol is in de dagelijkse praktijk. De crème wordt gedurende enkele weken aangebracht en veroorzaakt huidirritatie en een oppervlakkige wond.
Het is in het bestek van dit artikel niet mogelijk de exacte indicaties voor de bovengenoemde technieken te noemen, maar de dermatoloog kan uitleggen waarom een bepaalde methode de voorkeur verdient.
Recidief basaalcelcarcinoom
Bij een recidief, dit wil zeggen dat het gezwel op dezelfde plaats terug komt, is de behandeling bij voorkeur chirurgisch. Soms is het nodig dat een recidiefoperatie in een centrum plaatsvindt dat is gespecialiseerd in Mohs' micrografische chirurgie.
6. De prognose
Op grond van onderstaande kenmerken van het basaalcelcarcinoom maken artsen een inschatting van jouw prognose:
- de groeiwijze: als een bolletje (compact, nodulair)
- oppervlakkig als een olievlek (superficieel)
- als het wortelstelsel van een boom of als een spinnetje (sprieterig)
- als meerdere bolletjes (micronodulair)
- de plaats
- de grootte van de tumor
- of het om een eerste of teruggekeerde huidtumor gaat
Basaalcelcarcinomen worden ingedeeld in:
- tumoren met een laag risico
- tumoren met een hoog risico: sprieterige en micronodulaire tumoren, tumoren in het gezicht, tumoren die groter zijn dan 2 cm, terugkerende basaalcelcarcinomen
Een hoog risico betekent dat er een verhoogde kans is op terugkeer van de ziekte. Dat is bepalend voor de keuze van de behandeling.
7. Wat kan je zelf doen?
Het is belangrijk alert te zijn op verschijnselen die kunnen wijzen op een recidief (zie hierboven) of op een nieuw basaalcelcarcinoom elders op het lichaam. Als het vermoeden bestaat dat een recidief is opgetreden of dat een nieuw basaalcelcarcinoom is ontstaan, is het wenselijk de huisarts of dermatoloog te raadplegen.
In het algemeen zal bij patiënten met een basaalcelcarcinoom sprake zijn van overmatige blootstelling aan zonlicht in het verleden. Het verdient aanbeveling verdere zonbeschadiging van de huid te voorkomen door het nemen van beschermende maatregelen. Voor meer informatie, zie ook de folder "Zonlicht en de huid: verstandig omgaan met de zon".
8. De vooruitzichten
Basaalcelcarcinomen zaaien eigenlijk nooit uit en vrijwel niemand zal dan ook aan deze vorm van huidkanker overlijden. Het is wel belangrijk om basaalcelcarcinomen te behandelen, omdat deze gezwellen niet vanzelf genezen en langzaam groter worden.
In ongeveer 4-10% van de gevallen komt het gezwel, na de eerste behandeling, op dezelfde plaats weer terug. Men zal het litteken ter plaatse dan ook nauwlettend in de gaten moeten houden. In de meeste gevallen kan men dat zelf. Als de tumor op een moeilijk te benaderen plaats zat, van een ongunstig type blijkt te zijn, of als al eerder een basaalcelcarcinoom werd behandeld, kan men de controle beter aan de dermatoloog overlaten. Het dan gehanteerde controleschema zal afhankelijk zijn van de specifieke situatie. Een veel gebruikt schema is bijvoorbeeld in het begin halfjaarlijks, daarna geleidelijk minder vaak.
Verder is het van belang opmerkzaam te blijven op het ontstaan van nieuwe basaalcelcarcinomen. Over een periode van vijf jaar bekeken ontwikkelt zich bij 40% van de mensen ergens anders op de huid opnieuw een basaalcelcarcinoom. Bij controlebezoeken aan de dermatoloog wordt dan ook niet alleen gelet op hernieuwde groei in het littekengebied, maar ook op eventuele nieuwe basaalcelcarcinomen.
Er bestaat in Nederland geen patiëntenvereniging voor mensen met een basaalcelcarcinoom.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie