Bepaalde medicijnen tegen kanker veroorzaken vaker nagelafwijkingen dan andere, vooral taxanen (docetaxel en paclitaxel) en de doelgerichte therapie (cetuximab, erlotinib, gefitinib en panitumumab).
Nagelafwijkingen kunnen niet altijd voorkomen worden.
Nagelafwijkingen veroorzaakt door chemotherapie zijn meestal tijdelijk. Ze verbeteren zodra de behandeling is voltooid. De meeste bijwerkingen van de nagel zijn cosmetisch, met veranderingen in de kleur en textuur van vingernagels en teennagels. Zelden zijn ze ernstiger, met loslaten of verlies van de nagels of zelfs infecties.
Infecties moeten worden behandeld met antibiotica, plaatselijk of oraal. Soms moet een dermatoloog de nagelafwijkingen behandelen met chemische verbranding, stikstof of een operatie van de nagel.
Breng jouw oncologisch behandelteam op de hoogte bij het eerste teken van nagelveranderingen.